Wetenschappelijke modellen
Modellen zijn van cruciaal belang in vele wetenschappelijke contexten. Voorbeelden van wetenschappelijke modellen zijn bijvoorbeeld het Bohr model van het atoom, de Lorenz-model van de atmosfeer, de dubbele helix-model van DNA, de Oerknaltheorie maar ook het Statische model van het heelal.
Modellen geven ons inzicht
Wetenschappelijke modellen zijn belangrijk omdat ze ons een handvat geven om voorspellingen te kunnen doen, maar ook maken ze het gemakkelijker om vaak zonder formules inzicht te krijgen in de moeilijke materie van de wetenschap. Het is daarom van belang dat wetenschappelijke modellen zo nauwkeurig en zo eenvoudig mogelijk de werkelijkheid beschrijven. Voldoet een model daaraan niet dan moet het worden afgewezen. Dat moet ook als uit een model telkens weer de verkeerde voorspellingen worden gedaan.
Welk model voldoet het best
Als er een keuze gemaakt moet worden uit twee verschillende modellen die allebei hetzelfde fenomeen beschrijven dan wint dat model dat het beste dat fenomeen (wiskundig) beschrijft en waarmee het meest nauwkeurig toekomstige ontdekkingen kunnen worden voorspeld. Dat wil niet zeggen dat de werkelijkheid er precies zo uit hoeft zien als het model waarmee het wordt voorgesteld, denk daarbij bijvoorbeeld aan het Bohr-model van het atoom. Het is echt niet zo dat als we de beschikking hebben over een microscoop die voldoende vergroting heeft, dat we het atoom er dan ook werkelijk uitziet als het Bohr-model. Dat doet ook niet ter zake. Het is van belang dat wij ons als mens een bepaalde voorstelling kunnen maken zodat we vat hebben op de anders moeilijk te begrijpen wiskunde die eraan ter grondslag ligt.
Heliocentrische model van Copernicus
Toen Copernicus zijn heliocentrische model aan de wereld voorstelde had hij zelf nog geen enkel idee hoe dit model wiskundig verklaard kon worden. Maar met dit systeem konden de lusbewegingen van de planeten veel eenvoudiger verklaard worden. Doordat Copernicus uitging van perfect cirkelvormige bewegingen van de planeten rond de zon was zijn model veel onnauwkeuriger dan het geocentrische model van Ptolemaeus. Het heeft nog vele jaren geduurd voordat zijn model algemeen werd aanvaard. Dat gebeurde pas nadat Kepler aantoonde dat de banen van de planeten rond de zon ellipsen zijn met de zon in een van de brandpunten. De suggestie van Kepler dat er een aantrekking bestaat tussen de hemellichamen werd door Newton’s wet van de universele aantrekkingskracht bevestigd.
De Oerknaltheorie en het Statische model van het heelal
Voordat de theorie van de big bang werd geformuleerd, ging men uit van een statisch heelal: een heelal dat er altijd al was en altijd zal zijn. Einstein ging aanvankelijk ook uit van een statisch heelal, maar uit zijn algemene relativiteitstheorie bleek onomstotelijk dat het heelal moest uitdijen of ineenstorten. Hij postuleerde toen de kosmologische constante om die ineenstorting tegen te gaan. Deze constante werd later verworpen. Tegenwoordig echter is de kosmologische constante in diverse heelalmodellen weer zeer actueel wegens de “versnelde uitdijing” van het heelal.
Oerknaltheorie
In het begin van de twintigste eeuw begon men te meten aan de spectra van sterrenstelsels. Hieruit bleek dat de meeste sterrenstelsels een roodverschuiving vertonen. De roodverschuiving bleek ook nog eens toe te nemen naarmate een sterrenstelsel verder van ons verwijderd is. Daaruit werd de conclusie getrokken dat alle sterrenstelsels van ons af bewegen en in het verleden dichter op elkaar hebben moeten gestaan en dat het heelal waarschijnlijk met een ‘oerknal’ is begonnen.
Problemen met de Oerknaltheorie
- Het probleem met de Oerknaltheorie is dat het nogal wat variabele parameters nodig heeft. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de inflatietheorie. Een statisch heelal heeft over het algemeen geen variabele parameters nodig om waarnemingen te verklaren. (Zie ook)
De big bang van vandaag is gebaseerd op een groeiend aantal hypothetische entiteiten, dingen die we nooit hebben kunnen waarnemen– inflatie, donkere materie en donkere energie zijn de meest prominente voorbeelden. (Zie hier) - Er bestaan grote structuren in het heelal die alleen kunnen bestaan als het heelal vele malen ouder is dan de 13,8 miljard jaar dat het heelal volgens de oerknaltheorie bestaat.
- Mega-cluster van sterrenstelsels in het jonge universum ontdekt – 5 november 2015
- Ring van gammaflitsen stelt astronomen voor raadsel – 4 augustus 2015
- Opnieuw zeer massief cluster in jong universum ontdekt – 22 december 2014
- Grootste verre cluster sterrenstelsels blijkt nóg groter dan gedacht – 4 april 2014
- Astronomen ontdekken grootste ‘ding’ in het universum – 21 november 2013
- Nieuwe recordhouder: wetenschappers ontdekken grootste structuur in het universum – 20 november 2013
- Grootste structuur in heelal ontdekt. – 11 January 2013
- Nieuwe recordhouder – 20 november 2013
- De Nasa Hubble telescoop en de Spitzer ruimtetelescopp ontdekken vier ongebruikelijk heldere sterrenstelsels die dateren van ongeveer 500 miljoen jaar na de oerknal.
Hubble-telescoop vindt zwakke en heldere sterrenstelsels in de prille jeugd van het heelal – 7 januari 2014. Maar ook:- Hubble ziet uitzonderlijk helder sterrenstelsel op recordafstand – 3 maart 2016
- Zie hier Tayna, het zwakste object dat ooit in het verre/vroege heelal is gevonden – 3 december 2015
- VISTA legt de eerste reuzenstelsels vast – 18 november 2015
- Ruimtetelescoop spoort honderden zwakke, verre sterrenstelsels op – 22 0ktober 2015
- Hubble ‘ziet’ groot aantal zeer jonge sterrenstelsels – 8 september 2015
- Lyα EMISSION FROM A LUMINOUS z = 8.68 GALAXY: IMPLICATIONS FOR GALAXIES AS TRACERS OF COSMIC REIONIZATION – 28 augustus 2015
- Melkwegachtige sterrenstelsels ontstonden mogelijk al vroeg – 7 augustus 2015
- Sterrenstelsel ontdekt op 13,23 miljard lichtjaar afstand – 5 augustus 2015
- ALMA voor het eerst getuige van de vorming van sterrenstelsels in het vroege heelal – 22 juli 2015
- Jonge sterrenstelsels zijn rijk aan koolstof en verrassend zwaar – 4 juni 2015
- Astronomen meten verste sterrenstelsel ooit – 5 mei 2015
- Vroegrijpe kosmische kleuter ontdekt in piepjong heelal – 2 maart 2015
- Monsterachtig zwart gat ontdekt in piepjong heelal – 26 februari 2015
- Het kosmische zaad van zwarte gaten – 18 januari 2015
- Sterrenstelsels kwamen vroeger tot rust dan verwacht – 31 oktober 2014
- Eén van de eerste sterrenstelsels ooit gevonden? – 17 oktober 2014
- Jonge universum bevat “onmogelijk” aantal supergrote sterrenstelsels – 10 september 2014
- Extreem verre, maar volwassen sterrenstelsels ontdekt– 12 maart 2014
- Bijzondere ster lijkt ouder te zijn dan het heelal zelf – 8 maart 2013
- De ster die niet zou mogen bestaan – 31 augustus 2011
- Er zijn extreem verre sterrenstelsels ontdekt die al volwassen genoemd kunnen worden. Volgens de oerknaltheorie dateren deze stelsels van ongeveer 1,6 miljard jaar na de oerknal.Extreem verre, maar volwassen sterrenstelsels ontdekt– 12 maart 2014
Hubble-constante op een andere manier verklaren vraagt veel fantasie
Wat ik probeer aan te tonen is dat het statische model van het heelal het op vele vlakken beter doet dan de oerknaltheorie. Alleen de verklaring van de roodverschuiving van ver gelegen sterrenstelsels valt daar niet mee te verklaren. Maar zoals ik in mijn alternatief voor de oerknaltheorie aantoon is daar wel degelijk een goed model voor.
Als we de Hubble-constante op een andere manier kunnen verklaren dan door te stellen dat dit door een expansie van het heelal moet worden verklaard dan is er eigenlijk geen rede om niet uit te gaan van een (bijna) statisch heelal. Het vraagt echter heel wat fantasie om een andere verklaring te vinden.